π Voor haar, ooit ik.
Er was ooit een versie van mij die durfde dromen voor ze leerde aanpassen.
Een meisje met te veel ideeën, te veel vragen, te veel gevoel.
(Althans, dat werd haar verteld.)
Dus ik leerde haar dimmen.
Knippen, vouwen, plooien.
Tot ze paste in wat anderen acceptabel vonden.
Deze brief is voor haar.
Niet als therapieoefening.
Niet als goedkope zelfhulp.
Maar als eerbetoon.
Aan wat er was.
En wat ik kwijtgeraakt ben
door de beste bedoelingen van anderen.
En van mezelf.
Dit is geen "alles komt goed".
Want dat is een leugen, en zij wist dat al.
Maar het is een “ik zie je nu”.
Een “sorry dat ik je liet vallen”.
Een poging om haar naam weer uit te spreken
in plaats van haar te blijven herschrijven.